Tegels voegen


Tegels voegen stap voor stapDe voeg is steeds meer een esthetisch onderdeel van het tegelwerk geworden met zelfs modegevoelige kleuren. Maar voegen hebben meer functies dan alleen een mooie afwerking. In natte ruimtes dient de voeg waterafwijzend te zijn. In industriële toepassingen spelen chemische bestendigheid en slijtvastheid een rol. Met het brede assortiment voegmortels heeft Kiwitz het antwoord op iedere afwerking.


Soorten voegmortel


Er zijn verschillende soorten voegmortel. Iedere voegmortel leent zich voor specifieke projecten of eisen.

Cementvoeg


Vloeren met normale 10 mm dikke tegels lenen zich voor een traditionele cementvoeg. Ook bij grote oppervlakten, zoals in supermarkten die in heel korte tijd een volledige nieuwe tegelvloer krijgen,  kan een cementvoeg volstaan. Het gaat hier om normaal belaste vloeren die weinig spanning ondervinden. Kiwitz kent de volgende cementgebonden voegmortels:

Flexvoeg


Valt er spanning te verwachten dan is een flexvoeg geschikt. Spanning kan komen uit de ondergrond maar ook door (tijdelijke) opwarming. Bij een gres porcellanato van 6 mm dik is het aanhechtingsvlak gering. Dat vraagt ook om een flexvoeg, deze kent een betere hechting. Een flexvoeg is nog altijd cementgebonden maar met extra toevoegingen.  Wij adviseren nog zorgvuldiger de aanwijzingen op het productinformatieblad te volgen. Zeker niet meer water toevoegen dan is voorgeschreven.

Kiwitz kent de volgende flexvoegen:


Epoxyvoeg


Een epoxyvoeg is kleurvaster en houdt zich beter bij intensieve reinigingsmethodes in vergelijking met een cementgebonden voeg.  Bij een epoxyvoeg is het belangrijk dat snel na het aanbrengen de epoxysluier wordt verwijderd.

Kiwitz heeft de volgende epoxyvoegen in haar assortiment:

Stappenplan tegels voegen

  1. De voegen moeten droog zijn en vrij van lijmmortelresten en hechtingsverminderende bestanddelen.
  2. Zonodig de voegen uitkrabben, voordat de lijmmortel uitgehard is, zodat een gelijkmatige voegdiameter wordt verkregen.
  3. De lijmmortel voor het voegen eerst laten opdrogen en uitharden, omdat er anders kleurverschillen in de uitgeharde voegen kunnen optreden.
  4. Niet voegen op oppervlakken met een verschillende oppervlaktetemperatuur (bijv. als gevolg van warmwaterbuizen of direct zonlicht).
  5. Om kleurverschillen te voorkomen, moeten de voegmortels steeds met dezelfde hoeveelheid water gemengd en verwerkt worden.
  6. De voegmortel moet met schoon aanmaakwater gemengd worden totdat een homogene en klontvrije massa is ontstaan. Houd de aangegeven mengverhouding in acht.
  7. De voegmortel met een voegplank goed aansluitend en diep in de voegen inwerken.
  8. Na enkele minuten nogmaals een beetje voegmortel aanbrengen en het hele oppervlak goed afschrapen, overtollig materiaal verwijderen.
  9. Met een vinger testen of de mortel in de voegen stijf genoeg geworden is.
  10. Dan kan de voegmortel met een latex spons of een sponsplank worden gevormd en vervolgens kan de betegeling met schoon water gereinigd worden.
  11. Na opdroging de eventuele mortelsluier met een licht vochtige spons verwijderen.



Bekijk de voegmortels

weber.fug 870

Item No. ITEM.0000175

weber.fug 872

Item No. ITEM.0000190

weber.fug 873

Item No. ITEM.0000291

weber.fug 875 F

Item No. ITEM.0000028

weber.fug 877

Item No. ITEM.0000145
Aan het laden
Aan het laden